Convenanten en akkoorden
De SER brengt verschillende organisaties binnen de samenleving samen. Dit zijn niet alleen de partijen die vertegenwoordigd zijn in de raad maar ook vele andere organisaties. De SER heeft dan een faciliterende rol en begeleidt besprekingen tussen partijen om te komen tot samenwerking. Zo faciliteert de SER de convenanten voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Een ander voorbeeld is het Klimaatakkoord waarbij de SER facilitator is van het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord.
Convenanten voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (Internationaal MVO)
Convenanten voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, zijn multi-stakeholder samenwerkingen tussen bedrijven, overheid, werkgevers- en werknemersorganisaties en maatschappelijke organisaties. Samen gaan zij aan de slag om mogelijke misstanden voor mens, dier en milieu in productieketens in kaart te brengen en deze aan te pakken of te voorkomen. De afspraken in de convenanten zijn gebaseerd op de United Nations Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s) en de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen.
De SER heeft hier een faciliterende rol in en begeleidt besprekingen tussen partijen om te komen tot samenwerking. Ook ondersteunt de SER de implementatie van afgesloten convenanten. In 2021 werkten partijen uit acht sectoren samen in convenanten, waarvan de SER er zeven ondersteunde in de implementatie. De facilitering door de SER komt voort uit een SER-advies uit 2014. In 2021 bracht de SER een advies uit waarin de Raad adviseerde over een Europese aanpak om bij te dragen aan verbetering van de omstandigheden voor mens en milieu in toeleveringsketens.
Convenanten
Goud
Internationaal MVO-Convenant Verantwoord Goud
In het vierde jaar van het Convenant Verantwoord Goud hebben voor het eerst alle bedrijven gerapporteerd over hun activiteiten. Uit de beoordeling van de due diligence rapportages blijkt dat de meeste bedrijven in het vierde jaar stappen hebben gezet op het gebied van gepaste zorgvuldigheid. Ook werden het afgelopen jaar tien raffinaderijen die regelmatig aan Nederlandse bedrijven leveren onderzocht. Komend jaar gaan bedrijven en maatschappelijke organisaties samen in gesprek met vijf van deze raffinaderijen over de omstandigheden. Een tweede werkgroep verkent de mogelijkheden om meer goud uit kleinschalige mijnbouw op de Nederlandse markt te brengen. Dit alles is te lezen in de jaarrapportage.
Kleding en textiel
Internationaal MVO-convenant Duurzame Kleding en Textiel
Uit de jaarrapportage van het Convenant Duurzame Kleding en Textiel blijkt dat deelnemende bedrijven zichtbare stappen voorwaarts zetten ondanks de coronapandemie. Zo voldoet bijna 80 procent van de bedrijven aan de convenantsverplichtingen. De productieketens werden steeds transparanter: van 4.788 unieke productielocaties zijn de gegevens openbaar. Daarbij kozen steeds meer bedrijven ervoor om zelf hun productielocaties te publiceren. Stakeholders kunnen hen zo beter vinden om misstanden aan te kaarten en samen te werken in projecten. Het aandeel duurzamere grondstoffen nam toe van 38 naar bijna 50 procent. Het convenant riep de keten op verantwoordelijkheid te nemen tijdens de coronapandemie.
De samenwerking tussen de partijen binnen het convenant en met andere multi-stakeholder initiatieven leidde tot veel concrete activiteiten. Zo werd samengewerkt aan ‘toegang tot herstel’ in een aantal kledingfabrieken in India en Vietnam, een overzicht gepubliceerd met het verschil tussen het minimumloon en het leefbaar loon in een groot aantal landen, een transparantietool voor risico-analyse ontwikkeld, een gemeenschappelijk raamwerk opgesteld voor verantwoord inkopen en verscheen een rapport hierover met inzichten van inkopers en leveranciers. Via collectieve projecten werd een verbeterprogramma voor kledingververijen in China afgerond, een verbeterplan opgesteld om kinderrechten te beschermen in Turkije en binnen het Factory Support Program in India de eerste resultaten opgetekend.
Het convenant breide het beoordelingskader verder uit met een praktische toelichting op elk beoordelingscriterium. Zo werd duidelijker wat van deelnemende textielbedrijven wordt verwacht. Het convenant werd na vijf en een half jaar afgesloten met een interactieve bijeenkomst. De ontwikkelde tools blijven beschikbaar voor de sector. In 2022 verschijnt een evaluatie.
Metaalsector
Internationaal MVO-convenant voor de Metaalsector
Het tweede jaar van het Internationaal MVO-convenant voor de Metaalsector stond in het teken van professionalisering en uitbreiding. In de jaarrapportage staat dat zes van de negen aangesloten bedrijven in het tweede jaar een internationaal MVO-beleid hebben geformuleerd. Ook hebben zeven bedrijven het afgelopen jaar de belangrijkste risico’s in de keten geïdentificeerd, waarbij vooral risico’s op het gebied van gezondheid en veiligheid en milieu-/watervervuiling naar voren kwamen. Daarnaast maken steeds meer bedrijven gebruik van de aangeboden tools en mocht het convenant het afgelopen jaar vijf nieuwe deelnemers verwelkomen.
Pensioenfondsen
Convenant Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Pensioenfondsen
De pensioenfondsen in het convenant, waarvan de deelnemers 94 procent vertegenwoordigen van het door Nederlandse pensioenfondsen belegde vermogen, investeren veel in kennisdeling en expertisebevordering rond due diligence via intervisiegroepen, kennissessies en webinars over identificeren & mitigeren van (potentiële) negatieve impacts, monitoring & rapportage, samenwerking met vermogensbeheerders en landrechten. Er liepen diverse engagement cases en de engagement case mijnbouw werd afgerond. Het instrumentarium kreeg een update en het convenant bracht een jaarrapportage uit. Pensioenfondsen kregen ondersteuning met een serie themakaders om met geïdentificeerde ESG-risico’s aan de slag te gaan. In 2021 werd hier het themakader Beleggen in (post)conflictgebieden aan toegevoegd. Pieter van der Gaag startte in september als nieuwe voorzitter van het convenant.
In haar tweede meting signaleerde de Monitoringscommissie dat het convenant achterloopt op de doelstellingen en zij adviseerde onder meer verlichting te geven aan kleinere fondsen. De Stuurgroep onderschreef in haar reactie dat een versnelling noodzakelijk is om de doelen van het convenant te behalen.
Sierteeltsector
Internationaal MVO-convenant Sierteeltsector
Samen met de overheid, een vakbond en ngo’s, hebben Nederlandse sierteeltpartijen in 2019 afspraken gemaakt over een meer verantwoorde internationale sierteeltproductie en deze vastgelegd in het Internationaal MVO-convenant Sierteeltsector. Het tweede jaar van het convenant is cruciaal om door te pakken op de thema’s die in het eerste jaar in de grondverf zijn gezet en in het derde jaar tot brede implementatie moeten gaan leiden.
Zo is er een helder rapport gekomen over hoe due diligence in de sector, zowel collectief als voor individuele bedrijven, en duurzaamheidstandaarden opgepakt kunnen worden en welke tools daarbij kunnen worden ontwikkeld. Stappen zijn gezet richting verbreding van verankering van deze aanpak door middel van een uniforme Code of Conduct en de aansluiting binnen het Floriculture Sustainability Initiative (FSI). Ook de nieuwe en complexe uitdaging om concrete stappen te zetten op de weg naar leefbaar loon zijn binnen het convenant omarmd. Pilots in Ethiopië, Uganda en Kenia hebben tot eerste inzichten geleid. In het laatste jaar van het convenant wordt dit verder verbreed en zal in (leer-) projecten met retail, handel en producenten een start worden gemaakt met het verkleinen van het leefbaar loon gat voor de werknemers. Tenslotte zijn de actiepunten rondom gewasbescherming en milieu impact verder opgepakt, waarbij het convenant zich buigt over hoe ze de Milieu Indicator Gewasbescherming internationaal kunnen toepassen in de sierteeltsector.
De totstandkoming van het convenant is begeleid door de SER. Sinds de aanvang van het convenant levert Initiatief Duurzame Handel (IDH) het secretariaat om de uitvoering van de activiteiten te ondersteunen.
Initiatief TruStone
Internationaal MVO-initiatief TruStone
Uit de eerste jaarrapportage van het Nederlands-Vlaamse Initiatief TruStone blijkt dat deelnemende bedrijven belangrijke stappen zetten richting verantwoorde natuursteenketens. Zij hebben een groeiend inzicht in de herkomst van hun materialen en een deel draagt al bij aan verbeteringen van arbeids- en mensenrechten en milieuomstandigheden in de keten. Deelnemende aanbestedende diensten vragen hun leveranciers ook steeds vaker om due diligence. Een rapportage helpt ze daarbij op weg.
Het convenant brengt diverse handreikingen uit over publieke communicatie, leefbaar loon en het in kaart brengen van de toeleveringsketen. De transparantie rond de herkomst van natuursteen wordt groter, doordat de groevegebieden uit 20 landen van de aangesloten bedrijven zichtbaar worden op de wereldkaart. In 2021 start een onafhankelijke Klachten- en Geschillencommissie waar benadeelden vertrouwelijk en op een laagdrempelige manier terecht kunnen wanneer hun rechten geschonden worden.
Partijen organiseren een stakeholderdialoog tussen aangesloten bedrijven en exporteurs uit Rajasthan (India) om gezamenlijk bij te dragen aan verbeteringen rond de winning en verwerking van zandsteen. In opdracht van partijen worden onafhankelijke risicoanalyses opgesteld voor Zimbabwe en China. Een conferentie met Italiaanse partijen en bedrijven –bijgewoond door de Italiaanse staatssecretaris van Economische Zaken en de vicevoorzitter van het Europees Parlement– vindt plaats om mogelijkheden te verkennen om samen te werken.
Verzekeringssector
Convenant Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Beleggen in de Verzekeringssector
De partijen in het convenant leverden rond ESG-due diligence handreikingen op over prioriteiten stellen en prestatie-indicatoren, evenals handreikingen rond transparantie over melding van misstanden en engagement, en positieve voorbeelden van verzekeraars. Ook over rapporteren over de SDG’s produceerde het convenant een handreiking. De werkgroep rond het jaarthema Biodiversiteit startte met een collectief engagementtraject rond ontbossing als gevolg van de sojateelt. Hierbij werd samengewerkt met het Convenant IMVB Pensioenfondsen. Via webinars, kennissessies en intervisiebijeenkomsten, waren partijen actief met kennisdeling en expertisebevordering. Kees Vendrik startte einde van het jaar als nieuwe voorzitter van het convenant.
Uit de monitoringsresultaten over 2020 bleek dat op verschillende onderdelen voortgang is geboekt. Met name middelgrote en grote verzekeraars verankeren ESG-due diligence steeds beter in hun beleid en systemen. Tegelijkertijd is de algehele voortgang onvoldoende. De reactie van de stuurgroep op het monitoringsrapport was dat het convenant gids en partner wil zijn voor verzekeraars en in 2022 de nadruk legt op bredere implementatie van deze reeds ontwikkelde handvatten en hulpmiddelen.
Voedingsmiddelen
Internationaal MVO-convenant Voedingsmiddelen
Het Internationaal MVO-convenant Voedingsmiddelen heeft in het derde jaar ingezet op vier actielijnen: due diligence support, projecten, toegang tot herstel en kennissessies. Uit de jaarrapportage blijkt dat in 2021 119 bedrijven hebben deelgenomen aan de monitoring. 45 van hen deden dit voor de eerste keer. Voor de monitoring werd voor het eerst gebruikgemaakt van een nieuwe interactieve self-assessment tool. Daarbij werd ook ondersteuningsmateriaal ontwikkeld om bedrijven op weg te helpen. Binnen twee lopende projecten is goede voortgang gemaakt. Het leefbaar loon-bananenproject heeft stappen gezet om het verschil tussen leefbaar loon en betaald loon te verkleinen. En in het kader van het tomatenproject is onderzoek gedaan naar misstanden bij de tomatenoogst in Italië. Tot slot werden er diverse webinars georganiseerd.
Convenanten in ontwikkeling
Internationaal MVO-convenant Hernieuwbare Energie
Verschillende organisaties uit de wind- en zonnesector verkennen de mogelijkheid om te komen tot een Internationaal MVO-convenant Hernieuwbare Energie om misstanden in de keten samen aan te pakken en te voorkomen. Dit proces bevindt zich momenteel in de onderhandelingsfase.
Voortgangsoverleg Klimaatakkoord
Het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord wordt gefaciliteerd door de SER, onder voorzitterschap van Ed Nijpels. In 2021 kwam de energietransitie in een versnelling. De EU legde de lat hoger met de Fit for 55 plannen. De top in Glasgow betekende een stapje voorwaarts. Uit de kabinetsformatie, die toen nog gaande was, werd al duidelijk dat de regering ambitieuzer is.
Voor het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord was het een druk jaar. De officiële vergaderingen, de webinars en de Dag van het Klimaatakkoord zijn daarvan zichtbare uitingen. De versnelling leidde ook tot talloze kleine bijeenkomsten, overleggen, een-op–een gesprekken om knelpunten weg te nemen. Ook voerde het Voortgangsoverleg veel gesprekken met betrokken burgers en organisaties die niet direct bij een uitvoeringsoverleg betrokken waren. De gesprekken gingen soms over zorgen, vaak over goede plannen en initiatieven en ook over twijfels en andere inzichten over de keuzes in de transitie.
Op de website van het Klimaatakkoord staat een beknopt jaarverslag over 2021.
“Mkb’ers willen best investeren, maar ze zijn ook huiverig. Zeker nu met die hoge gasprijs willen ze een goed perspectief. De overheid moet voorwaarden scheppen zodat de bakker op de hoek kan investeren en dat ook terugverdient.”
Erik te Brake, VNO-NCW
Taakgroep arbeidsmarkt en scholing
Een tekort aan met name technisch opgeleid personeel vormt een steeds grotere belemmering voor de energietransitie. Dit vraagt om actieve om- en bijscholing en begeleiding naar aantrekkelijk werk in duurzame sectoren, ook voor mensen die in de traditionele industrieën hun baan dreigen te verliezen. Een innovatie en slimme aanpak rond de beschikbare menskracht is daarbij belangrijk.
Als SER-voorzitter Mariëtte Hamer was voorzitter van de uitvoeringsstructuur Arbeidsmarkt en Scholing van het Klimaatakkoord. Per klimaattafel is in beeld gebracht tot welke arbeidsmarkt- en scholingsknelpunten de uitvoering van het Klimaatakkoord leidt. Rond de belangrijkste uitdagingen stimuleerde de SER een aanpak met sectorale partijen. De Monitor Klimaatbeleid (p61-66) bevat een volledig beeld.
In de gebouwde omgeving is onder meer de samenwerking Mensen Maken de Transitie operationeel gemaakt. Daarin werken uitvoerende partijen aan voldoende goed geschoold personeel voor de uitvoering van de wijkgerichte aanpak. De SER heeft met werkgeversverenigingen in de energiesector ‘Plan-E’ opgesteld, gericht op méér zij-instroom van technici, maar ook op de (nu ontbrekende) regionale regie en coördinatie die daarvoor nodig is. Met het Nationaal Programma RES is gewerkt aan een goede inbedding van arbeidsmarkt in de Regionale Energiestrategieën, onder meer via een aantal handreikingen. Op het terrein van arbeidsmarktinformatie is (met RVO en EZK) een klimaatdashboard opgesteld, en (met UWV en SBB) een verdiepende factsheet over klimaatberoepen in de gebouwde omgeving.
“Kwaliteit van de banen in de energietransitie is van groot belang. Zorg voor goede scholing, goede arbeidsvoorwaarden en goede contracten. Ook hier gaat het om eerlijk delen.”
Bas van Weegberg, FNV