Verantwoordelijkheden van de or
Verantwoordelijkheden van de or
TIP: Lees onze handreiking ‘Uitgangspunten goede medezeggenschap’.
De Wet op de ondernemingsraden (WOR) geeft de or verantwoordelijkheden op het gebied van diversiteit. De or-taak bestaat uit drie onderdelen: de stimulerende taak (artikel 28 WOR), het instemmingsrecht (artikel 27 WOR) en het overleg algemene gang van zaken (artikel 24 WOR). Hierna worden deze verantwoordelijkheden uitgewerkt.
Stimulerende taken
Artikel 28 lid 3 van de WOR geeft de or de taak om te waken tegen discriminatie, gelijke behandeling te bevorderen, en de inschakeling van gehandicapten en minderheden te bevorderen. De or kan artikel 28 WOR gebruiken om het initiatief te nemen om diversiteit op de agenda te zetten. Als de or niet alleen het onderwerp bespreekbaar wil maken, maar ook een voorstel voor beleid wil doen, gebruikt hij zijn initiatiefrecht. Een initiatiefvoorstel dient de or in op basis van artikel 23 WOR.
Instemmingsrecht
Ook wanneer niet de or, maar de organisatie het initiatief neemt om diversiteitsbeleid te maken of aan te passen, kan de or een rol spelen. De or heeft namelijk instemmingsrecht (artikel 27 WOR) op onderdelen van het sociaal beleid. Denk aan deze onderwerpen:
- De arbeids- en rusttijdenregeling.
- Het beloningssysteem.
- Regelingen op het gebied van de arbeidsomstandigheden.
- Regelingen op het gebied van het aanstellings-, ontslag- of bevorderingsbeleid.
- Regelingen op het gebied van de personeelsopleiding.
- Regelingen op het gebied van het bedrijfsmaatschappelijk werk en behandeling van klachten.
Diversiteitsbeleid heeft vaak te maken met één van deze aspecten van het sociaal beleid, bijvoorbeeld wanneer een organisatie zijn werving- en selectiebeleid wil aanpassen. In dat geval heeft de or instemmingsrecht. Ook wanneer beleid op dit onderwerp wordt ingevoerd, veranderd of stopgezet, kan de or zijn instemmingsrecht gebruiken om het beleid te beïnvloeden. De or moet zich er dan wel bewust van zijn dat diversiteitsbeleid en sociaal beleid nauw samenhangen. Maar ook als de or geen instemmingsrecht heeft, kan hij overleggen over diversiteit. Hij maakt dan gebruik van zijn algemeen overlegrecht (artikel 23 WOR) en informatierecht (artikel 31 WOR).
Algemene gang van zaken
Naast de stimulerende taak van de or en het instemmingsrecht, heeft de or ook met het overleg algemene gang van zaken een rol op het gebied van diversiteit. Dat werkt als volgt. De or bespreekt minimaal twee keer per jaar met de bestuurder de algemene gang van zaken in de organisatie. Dat is vastgelegd in artikel 24 WOR. Onderdeel daarvan is dat de ondernemer verslag doet van het sociaal beleid in de onderneming in het afgelopen jaar. Dat wordt in artikel 31b WOR uitgelegd. Het huidige diversiteitsbeleid kan worden opgevraagd als onderdeel hiervan.
Faciliteiten
De WOR regelt ook de faciliteiten die de or nodig heeft om invulling te geven aan deze drie verantwoordelijkheden. Belangrijk is dat de or medewerkers mag raadplegen. Zo kan hij de ondernemer op de hoogte te stellen wat er op de werkvloer leeft.